Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Hendrik van Halmael Junior][De zoon van voorgaande, Hendrik van Halmael, heet] Halmael Junior (Hendrik van), die bij zijne twee vrouwen geene kinderen schijnt te hebben nagelaten. Deze heeft onder zijne zinspreuk: Purgat et Ornat eene menigte Blij- Zede- en Zinnespelen, en één Treurspel geschreven, alsmede een Tooneelspel. Verscheidene daarvan zijn op den toenmaligen schouwburg te Amsterdam vertoond. Zij zijn alle in 40 met platen gedrukt, en men vindt ze opgeteld in den bekenden Naamrol van J. van der Marck, M.Z.P. Langendijk vervaardigde in 1729 een gedicht op het eerste huwelijk van Hendrik junior, en zegt daarin: Uw Vader Halmaal schreef vernuftig zyne spelen
Ten afschrik van het quaad, voor Neêrlands schouwtooneelen,
Zoo, heeft hy in zyn schrift
Het quaad van 't goed gezift,
| |
[pagina 200]
| |
Waardoor gy hebt geleerd de boosheid te verachten
En 't nut der wysheid door 't aanschouwen te betrachten;
Zo wordt zyn braave naam
Vereeuwigd door de faam.
Strooy lauwren, zangeres, om aan zyn naam te denken,
Die aan 't gesternte blinkt, daar hem geen nyd kan krenken.
Geen dichter schreef zo veel
Voor Hollands Schouwtooneel.
Hy volgde Plautus na om de ondeugd uit te luchten,
En mengde krachtig zout, ja peper, in zyne kluchten,
'K vond in het werk een schat,
Zo ik den sleutel hadGa naar voetnoot1.
Uit dat zelfde gedicht blijkt, dat de vader des bruidegoms toen overleden was; dus vóór 1720Ga naar voetnoot2. S.A. |