[Mr. Jan Adriaan van Goor den Oosterling]
Goor den Oosterling (Mr. Jan Adriaan van) was tweede Auditeur Militair te Breda en bevriend met de dichteres De Lannoy, blijkens een luimig vers, dat zij op zijne aanstelling tot dat ambt maakte. Ook was hij lid van het dichtlievend genootschap Kunstliefde spaart geen vlijt. Van zijne hand is dat zoo keurig, zoo algemeen bekende grafschrift: Op een meisje in den bloei harer bekoorlijkheden gestorven.
Schonk Leydens troostelooze jeugd
Een enkle traan, voor elke deugd
Van haar, wier maagdelijk gebeent',
Gods Engel toeft in dit gesteent',
En sproot een roosje uit elke traan,
Hoe menig roosje zou hier staan!
Wat vond die maagd een krans bereid
Wen ze eens ontwaakt voor de eeuwigheid.
Er moet van hem nog een bundel gedichten in handschrift bestaan, welke vroeger het eigendom was van den Luitenant-Kolonel Nolthenius de Man.