Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Pieter van Gelre]Gelre (Pieter van), uit een aanzienlijk geslacht afkomstig, werd geboren te Tolen in 1622. Na volbragte studie werd hij lid der regering in zijne geboortestad, doch ging naderhand, om als advocaat de praktijk te beoefenen, naar 's Gravenhage, waar hij in 1668 overleed, na kort te voren tot Fiscaal van den hoogen Krijgsraad bevorderd te zijn. Behalve eenige dichtstukken, hier en daar voorkomende, heeft hij een dichtstuk in het licht gegeven, met den titel: der Vrouwen-lof aen Me-juffrouw, C. K(oerten) door P. V(an) G(elre), Leyden bij C. van der Boxe, 1646, in 40.; daar wij dit dichtstuk zelf niet bezitten, moeten wij ons vergenoegen met de mededeeling van een paar der proefjes reeds vroeger door ScheltemaGa naar voetnoot3 aangehaald, die echter ten onregte dit dichtstuk aan Pieter van Godewijk toeschrijft. Zie hier wat Van Gelre van het huwelijk zegt: Het huw'lijk is een pak, gemakkelijk te dragen,
Indien de man en vrouw elkanderen behagen;
| |
[pagina 168]
| |
Die, zoo ze vredig zijn, één bed vat alle beî,
Maar zijn ze tegen één het huis is vol geschrei.
Het huw'lijk is de grond, waar zonder alle rijken,
Waar zonder ieder land moet in der haast bezwijken.
En dies zoo plagt men wel vergeldinge te doen,
Aan die met meerder jeugd de steden zouden voên.
en verder: Wie kent er zoeter zoet, waar is er zoeter leven,
Dan zich in zulk een band, in zulk een juk te geven,
En met een' vrouw te zijn, die door bevalligheid
En minnekozerij de droefheid nederleidt.
Zij is 't, die u bemint en voor u zoekt te spreken.
Die 't allemaal verschaft, wat aan u mogt ontbreken.
Die geerne op haar neemt, wat voor een ongeval,
Wat afbreuk, dat er op uw' tijtels vallen zal.
Verblijft gij bij de haard, zij wil u steeds verzellen
Maar gaat gij van haar af, zij zal u reisgeld tellen,
Zij valt u om den hals, zij kuscht u menigmaal,
En wenscht u goede reis met aangename taal.
Men meent dat er ook eenige Psalmen door Van Gelre berijmd zijn. J.C.K. |
|