groot bewonderaar was. Hij verwierf zich een naam, van meer dan gewone bekwaamheden te bezitten, doch beging de fout van te veel te willen omvatten, en werd daardoor wat vlugtig. Hij beoefende ook de Nederduitsche letterkunde, en maakte nu en dan een versje, gelijk, behalve uit eenige gelegenheidsstukjes, uit de Schamele proeven van edele pogingen, te Leyden in 1804 in het licht verschenen, blijkbaar is. Zijn poetisch vernuft onderscheidt zich daarin geenszins in hoogen mate. Ook schijnt hij later de poezij vaarwel te hebben gezegd, terwijl hij, die de wederwaardigheden en teleurstellingen des levens ruimschoots ondervond, voor weinige jaren, als Procureur bij het hoog geregtshof te 's Gravenhage overleed.
R.A.