Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Anthonius van Deinse Jz.]Deinse Jz. (Anthonius van) van Middelburg, prijkt in het laatst der vorige eeuw mede onder de leden van het Haagsche Dichtgenootschap: Kunstliefde spaart geen vlijt. Het eerste stukje, dat van hem in een der bundels van dat genootschap voorkomt, getiteld Alexis, is zeer naïf, en, naar onze gedachten, het overschrijven waardig: Alex beminde Kloë teêr,
Zij was zijn zielgodin:
Doch zij beminde Damon meer,
En schonk hem heure min.
De droefheid griefde Alex het hart;
Niets baarde hem geneugt:
Hij werd verteerd door liefdesmart;
Werd oud, zelf in zijn jeugd.
Hij klaagde in wanhoop eens: ‘o Dood!
o Wreede Dood! schiet toe!
Ontneem, ontruk mij aan mijn' nood!
Dit leven ben ik moê.’
De Dood verscheen straks op dit woord,
En sprak: ‘ik hoorde uw' beê,
En, door uw droefheid aangespoord,
Ben ik nu hier - Gaa meê!’
Alexis beefde op deeze taal;
De vrees besprong zijn leên.
‘Neen!’ sprak hij, ‘Dood! niet mij - maar, haal
Liefst herder Damon heen'!’
‘Wat,’ vroeg de Dood, ‘heeft die verdient?
Hoe stelpt die toch uw' nood?’
Alex hernam: ‘dan mint mij, Vriend!
Zijn Kloë, na zijn' dood’Ga naar voetnoot1.
|
|