[Dirck van Catz]
Catz (Dirck van) was in het midden der zeventiende eeuw, factoor bij de Rederijkkamer de Korenblom te 's Gravenhage, ten zinspreuk voerende: Met ghenuchten, en komt als zoodanig voor in Vlissings Redens Lusthof, waarin men echter slechts één stuk met zijnen naam, de overige met zijnen spreuk Vrees krenkt hoop onderteekend, aantreft. Die stukken bewijzen dat hij vrij vloeijend dichten kon, zoo als men uit de volgende regels zien kan:
Ghy vry vereenicht Landt, wiens scherp geklaeude Leeuwen,
Steeds wacker om u gaen, en hoeden u voor leedt,
Ick meen u Bataviers en onvertsaechde Zeeuwen,
Die vryheyts wegh gebaent hebt door veel bloet en sweet,
Doen 't Albas Tijger-dier verhit in gramschap wreedt,
U dacht op 't onvoorsienst moordadich te vernielen,
Doen saghmen onversaecht, elck Patriot gereet,
Om al dit Moordtgespuys te hacken in de hielen,
Doen nam u macht weer toe: hun krachten die vervielen,
Ons staedt die bloeyde tot op huyden desen dach,
Dies elck voor Gode wel mach danckbaer nederknielen,
Dat men hier soo gerust, en vrolijck leven mach,
Als men in eenich Landt, in al de Weerelt sach,
Waer mede sal men nu dees seghen weer beloonen?
Seght met verheuchde Geest, en met een bly ghelach,
Gheluckich is het Land daer sulcke Volck'ren woonen.