[Th. van Brussel]
Brussel (Th. van) schreef in 1778 het Aanhangsel tot Ludolf Smids Schatkamer der Nederlandsche Oudheden, waarin hij zich ook door het hier en daar inlasschen van regelen van zijne hand, als beoefenaar der Nederduitsche dichtkunst doet kennen, maar tevens doet zien dat hij meer verdiensten als oudheidkundige dan als dichter bezat. Of is het wel iets meer dan berijmd proza als hij in het voorberigt zegt:
Een Medebouwer, in dit werk niet onbedreeven,
Hadt my reeds voorraad van wat bouwstoffe aangegeeven;
Dies ging ik rustig voort, voltooide allengs het werk;
'k Bragt alles op zyn plaats, beschaafde, schikte, voegde,
Op dat 'er orde zy en 't schoon elk vergenoegde;
En 't gantsche nieuw Gebouw wel hecht mogt zyn en sterk.