Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 1
(1844)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Johannes Cornelis Boot]Boot (Johannes Cornelis) een ouder broeder van den voorgaande Ga naar voetnoot1, geboren te Leur, in het jaar 1761, overleden den 9 Junij 1834 te Arnhem, waar hij met lof en ijver, het Leeraarambt bekleedde, tokkelde ook nu en dan de snaren, en zag zelf in het jaar 1785, zijn dichtstuk, de Opwekking van Lazarus, door het Haagsche dichtgenootschap, met goud en zijn dichtstuk tot Lof der Weldadigheid door dezelfde kunstvereeniging met zilver bekroond. Later bleven zijne stukjes meest in den gezelligen vriendenkring besloten. In de wandelingen in een gedeelte van Gelderland, van I.A. Nijhoff, en in het Geldersch Ar- | |
[pagina 430]
| |
cadia, van denzelfden schrijver, zijne eenige fragmenten uit zijne dichtstukjes, ingelascht. Hij had bij zijne tweede vrouw, uit het geslacht Donker Curtius, twee zoons verwekt, zijnde Mr. Johannus Cornelis Gerardus Boot, thans Rector der Latijnsche scholen te Leeuwarden, en Mr. Cornelis Hendrik Boudewijn Boot, Substituut Officier bij de Arrondissements Regtbank te Amsterdam. |
|