Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 1
(1844)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Willem van Beveren]Beveren (Willem van), een zoon van den voorgaande, was geboren te Dordrecht den 12 November 1624 en overleed in 1672 ter reede van Texel, aan boord van een schip waarmede hij gereed was, als Gezant der Algemeene Staten, naar Spanje te vertrekken. Hij bekleedde, even als zijne voorzaten onderscheidene aanzienlijke ambten en wordt geprezen als ‘een man van uitstekende bekwaamheden en een ijverig bevorderaar der belangen zijner geboortestad Ga naar voetnoot1.’ Zijne gedichten, van welke eenige in het Swart tooneel gordyn opgeschoven voor de gebroeders De Witt en het door Lydius verzameld Belgium gloriosum, in de Herstelde zegen triomf van Karel de tweede, en voor de werken zijner stadgenooten voorkomen, zijn slechts zeer middelmatig. | |
[pagina 124]
| |
Als proeve deelen wij van hem mede de volgende Aanspraek van de Stad Dordrecht, op het heerlik exploict van den Heer Cornelis de Wit, uytgevoert op de Riviere de Theems en Rochester, ten tyde als syn Ed. Collonel en regeerend Burgemeester was, tevinden in het meergenoemde Swart Toneel-gordyn enz.
Anagramma.
CORNELIUS DE WIT.
DIT IS UWE CORNEL.
Heeft oyt een Stads Cornel voor Borgers konnen strijden;
Heeft oyt een Borger-heer voor Borgers willen lijden
Het jock van Zee, van Lucht, van Aerde en van Vlam,
Soo was het desen Helt, die uyt uw boesem quam;
Die, op zijn oudt Romeyns, in sware bange tijden,
Dorst, met een drijvend paert, sijn vijand tegen rijden,
Tot midden op de Theems, daar hy den Zetel plant,
Ter eeren van uw Stad, ter eeren van uw Landt;
Die, door sijn groot beleyt, heel Chattam dede beven,
En op het Fort Charness der Staten vlag deed streven;
Deed nemen schip op schip, en steken in den brandt,
Ja dwingen tot de Vreê het wrevligh Engeland.
Wat loon sal sulken Heer voor sulke daden krygen?
Voor my 'k en vat 'et niet en daarom sal ik swijgen:
Want daar 's geen loon genoeg voor so een waerdig Man,
Die meerder heeft verdient, als men beloonen kan Ga naar voetnoot1.
|