[Zweder van Culenburg]
ZWEDER VAN CULENBURG, zoon van Gerard, heer van Culenburg, werd in 1408 Kanonnik ten Dom van Utrecht, in 1414 domproost te Utrecht. In 1423 werd hij, tegen den zin van de kapittels, die Rudolf van Diepholt gekozen hadden, door paus Martinus V tot bisschop van Utrecht verkozen en hield den 21 Augustus 1425, doch onder de ongunstigste omstandigheden, zijn intogt aldaar. Ofschoon hij beloofd had geen wraak te zullen nemen wegens het gedane beroep, hield hij echter geen woord en begon met den kerkban te slaan over Rudolf van Diepholt en allen die zijne zijde hielden, vooral de Overijselaren, Rudolfs warmste aanhangers, tot ergenis van alle goede ingezetenen der stad. Voorts brandde en moordde hij te Amersfoort wegens den ijver, aldaar voor Rudolf betoond, en zocht hulp bij den vreemde. Den 8sten Maart 1426 sloot hij een of- en defensief verbond met Philips van Bourgondië en Arnold, hertog van Gelderland. Te gelijker tijd nam Jan van Renesse Utrecht voor Diepholt in en sedert heeft Zweder de straten zijner hoofdstad niet meer betreden, ook de ridderschap en geestelijkheid kozen Rudolfs partij; de laatste en de kapittelen zeiden hem de gehoorzaamheid op. Zweder werd voor het domkapittel gedaagd, doch hij kwam niet, en beriep zich op den paus. Er volgden bloedige worstelingen tusschen de aanhangers van beide partijen, en toen Rudolf zich met Gelder verzoend had, bleef evenwel de kerkelijke scheuring voortduren. Paus Martinus, schoon van verschillende zijden aangaande Zweders en diens verdorven aard ingelicht, hield echter zijn partij tot zijn dood. Maar toen ook
Zweder's broeder met Rudolf verzoend was (1431), vertrok hij naar Bazel, waar hij de 21sten Sept. 1421 stierf. Zijn testament berust in het archief te Culenburg.
Zie, behalve Beka, Heda. Buchelius, de Bat. Sacr. of Kerk. oudh.; v. Rhijn. Aanh. op kerk oudhed; Matthaei Anal. T.V. p. 420 volgg, Busch, Chron. Windesk. T. I p. 1; Revius, Daventr. ill.; Burman. Utr. Jaarb. Dl. I bl. 279-284 Orig Culenb.; Balen, Beschrijv. v. Dord. bl. 774; Dumbar, Kerk. en wereldl. Deventer, D. II bl. 103; Wagenaar, Arend, Roelants, Gesch. v.d. Kerk. geschillen in het Bisdom van Utrecht; Royaards, Gesch. v.d. Christ. Kerk. in Nederl. D. II. bl. 103 volgg.; Mol, Kerkel. Staat van Nederl. II. [1]. 184 198, II. III. 132; Cath. Meyer, Memorieboek, bl. 75; Coppers en van Gils enz. N. Beschrijv. v. 't Bisdom van 's Besch D. I bl. 1; Voet van Oudheusden, Beschrijv. van Culemb.