O.
[Geertruide van Oosten]
OOSTEN (Geertruide van), te Voorburg in het begin der 14de eeuw (6 Januarij 1330) geboren, was de dochter van eenvoudige landlieden. Zij begaf zich naar Delft om als dienstmaagd in hare behoefte te voorzien en werd vervolgens Bagijn te Delft, waar zij door hare godvrucht aller achting verwierf. Volgens haren biografist had zij ook de gaven der profetie. Zij overleed op Driekoningendag 1358 en werd in de Hippolituskerk begraven. Zij ontleende haren naam aan 't begin van een harer liederen, reeds in het begin der 14de eeuwgezongen, waarvan het eerste couplet dus luidt;
‘Het daget in den Oosten,
Het licht schijnt overal,
Hoe weinig wetet de liefste,
Hoe weinig weet nog de liefste,
Den tekst vindt men bij Hoffmann von Fallersleben in zijne Horae Belgicae, getrokken uit het Oude Amst Lietboeck. Ook komt het voor bij Heemskerk, Bat. Arcadre en bij Willems in zijne Oude Vlaemsche Liederen. Het bestaat ook in het Duitsch en plat Duitsch. De muziek