recte belastingen in hetzelfde arrondissement, en verkreeg in 1812 een soortgelijke post te Amersfoort. De Prins van Oranje benoemde hem, als Souvereine Vorst, in 1813 tot Inspecteur der indirecte belasting en aldaar en later (1816) tot provinciaal verificateur te 's Bosch. In 1817 verkreeg hij een eervol ontslag en keerde hij naar zijn buitenverblijf Steenvlied in de gemeente Baarn terug en werd lid der Provinciale Staten. In 1838 werd hij henoemd tot lid van den Gemeenteraad te Baarn, in 1840 tot buitengewoon lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, in 1844 tot assessor der gemeente Baarn, in 1848 tot lid der commissie van toezigt op de kerkelijke administratie in de provincie Utrecht, ook was hij lid der commissie tot verdeeling van het rijk in kiesdistrikten.
Hij overleed den 27 Maart 1863.
Zie zijn leven en portret in Utr. Volksalm. 1864.