[Christiaan Kramm]
KRAMM (Christiaan), den 28 April 1797 te Utrecht geboren, werd eerst voor groot zilverwerker opgeleid en ontving te gelijker tijd onderwijs in de teekenkunst. Na vijf jaren oefening in het zilversmeden, werd hij in het atelier van den kunstschilder P.C. Wonder tot schilder opgeleid. Vier jaren later (1820) schilderde hij de decoraties van den Utrechtschen schouwburg. Het tooneel-decoratief ontwikkelde bij hem de kiem der bouwkunst. Hij vormde het bouwplan van de kazerne en leverde eene bouwkundige voorstelling der Domkerk voor de in Beijeren uitgegeven architektonische afbeeldingen van ‘Europa's Kathedrale.’ Zulks had len gevolge dat hij in 1825 tot Directeur der Stadsscholen van bouwkunde te Utrecht benoemd werd. Hem werd de her- en aanbouw van Paus-huize en het bouwen van het Paleis van Justitie opgedragen, en als Provinciaal Architect bijzonder met het beheer dezer gebouwen belast. Het Krankzinnigen Gesticht zoo als het thans te Utrecht staat, is geheel door hem ontworpen en voor meer dan de helft volvoerd. Ook de gevangenis te Utrecht is door hem naar het systeem van Pentonville gebouwd. Ook vergrootte hij de kerk te Hoogland bij Amersfoort en zijn de koopmanshuizen tegenover het Stadhuis in aanzienlijken stijl door hem opgetrokken. Na dien tijd keerde Kramm tot het penseel terug en het restaureren van oude prentkunst. Vele schilderijen van zijn hand worden in het Stedelijk Museum te Utrecht bewaard, en niet gering in het getal aanzienlijken en gegoeden, die door hem levensgroot of in Tableau de genre zijn afgebeeld.
In 1832 ondernam hij om de beroemde geschilderde glazen der St. Janskerk te Gouda meer algemeen bekend te maken, en in 1864 verscheen het eerste deel van zijn hoofdwerk.
Geschiedenis van de schilder- en beeldhouwkunst in de Nederlanden, Hollandsche en Belgische school met zijn portret.
Dit werk verscheen in 6 deelen met een Bijvoegsel.
Kramm overleed in 1876 op zijn landhuis Rusthof even buiten Utrecht.
Zijn kostbare nalatenschap schilderijen, teekeningen, gravuren, oudheden, zeldzame boeken werden te Utrecht door den boekhandelaar Beijers in 1875 verkocht.
Overigens gaf hij in het licht:
Proeve der werkdadige Doorzigtkunde, om voor zich de zamenstelling te regelen en naar de natuur te teekenen. Naar het Fransch. Utrecht 1830. 8o.