J.
[Herbert Jaeger]
JAEGER (Herbert), doktor en natuurkundig reiziger in de 17e eeuw, werd in Hindostan in Hollandschen dienst gebruikt in 1666, toen hij naar Batavia vertrok, om aldaar de geneeskunst uit te oefenen en zich aan de beoefening der natuurlijke historie toe te wijden. Er bestaan slechts weinige narigten omtrent dezen geleerde, die zeer bedreven was in de Oostersche talen, volgens getuigenis van Chardin. Het jaar van zijnen dood is onbekend. Men heeft van hem drie beschrijvingen, over de Indigo, over het Zaaijen en over de Cachou, geplaatst in de Mengelingen der Akademie van Natuurkundigen, 1683 en 1684; benevens eenige brieven, gerigt aan den beroemden Rumph, en door Valentijn in zijn India litterata bewaard.
Zie Algemeen noodwendig Woordenboek der zamenleving. Amsterdam 1836.