Biographisch woordenboek der Nederlanden. Bijvoegsel
(1878)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 305]
| |
van zijn geslacht. Van 1706-1711 was hij gecommitteerde ter Staten Generaal. In 1706, 1707 geschiedde de verkiezing van den Bisschop van Munster, geheel onder den invloed, dien hij als gezant uitoefendeGa naar voetnoot*). Blijkens verscheidene eigen handige nog in het familiearchief aanwezige en aan hem gerigte brieven van Frederik I van Pruissen, Jan Willem Friso, Prins van Oranje, August Wilhelm, Hertog van Brunswijk, was hij de vertrouwde persoon en onderhandelaar bij verschillende toen bestaande questies. Meer dan 40 nog aanwezige brieven, als van den Kardinaal de Fleury, Burmania, lord Albemarle, de Engelsche ministers Towshend, Chesterfield, Harrington, Graaf Touraha, Portugeesch minister, Lord Tinco en anderen, bewijzen de hooge achting, die hem van alle zijden toegedragen werd, en den invloed dien hij op den openbaren gang van zaken heeft uitgeoefend. Van hem bestaat nog eene belangrijke beoordeeling van Willem III, die hij schijnt opgemaakt te hebben, naar aanleiding der onjuiste voorstelling door den geschied-schrijver Burnet geleverd. In zijne jeugd leefde hij met Willem III en was met dezen bijzonder bekend. Hij huwde Maria Clara Charlotte du Faget van Assendelft, daarna met Anna Margaretha Desmarets, en overleed waarschijnlijk in 1733. De tegenwoordige leden van dit geslacht stammen van hem en zijne eerste vrouw af. |
|