[Wolphgang of Wolph van Ittersum van Nijenhuis]
ITTERSUM VAN NIJENHUIS (Wolphgang of Wolph van), zoon van Johan en Agnes van Campherbeke, werd in 1467 door zijn zwager Wolter van Keppel verraderlijk overvallen en gevangen genomen. Toen daarop de Zwollenaars, bij wie hij zeer gezien was, Kampen en Deventer, de Bisschop van Utrecht en de Hertog van Gelder zijne partij kozen, liet Keppel hem in 1466 los om zijne zaak te Zwolle te bepleiten, onder belofte zich op de eerste oproeping weder gevangen te stellen. Korten tijd hierna aan zijn woord gestand willende doen, werd hij hierin geweldadig door de Zwollenaars verhinderd en hielden zij hem tot alle zekerheid in een, schoon gemakkelijke, gevangenis te Zwolle, waarin hij bleef tot den dood van Wolter van Keppel (1483) toen hij zich van zijn eerewoord ontslagen kon rekenen: ook zijne vrouw Machteld Elizabe van Munster deelde vrijwillig zijn kerker.