schap en prostitutie bestrijdende kwam hij op de gedachte het asyl Steenbeek voor geprostitueerden te openen (1848).
In 1860 bouwde hij het opvoedinggesticht Talitha Kumi om aan verwaarloosde meisjes een christelijke opvoeding te geven. Daarna richtte hij in 1862 het gesticht Bethel op, een toevluchtsoord voor meisjes van 18-20 jaar, die uit de gevangenis waren ontslagen. Eindelijk werd in 1864 de christelijke Normaalschool ter opleiding van onderwijzeressen geopend. Al deze inrichtingen bevinden zich in het dorp Setten. Heldring zette de kroon op zijn werk door den bouw eener kerk op een vluchtheuvel, die voor godsdienstoefeningen in geval van watersnood als toevluchtsoord voor overstroomden konde dienen. Hij had toen na 40jarigen dienst zijn betrekking als predikant te Hemmen neêrgelegd en woonde sedert 1867 ‘in het midden van zijn volk’, in een te midden der gestichten gebouwde directeurswoning, om zich geheel aan de leiding der inrichtingen te kunnen toewijden,
Heldring arbeidde ook met warme belangstelling voor de zending onder de heidenen, maar vooral komt hem op het gebied der inwendige zending, de welverdiende hulde toe, dat hij nieuwe wegen heeft geopend; hij vond daarin, volhardende in de kracht des geloofs, een rijk gezegend arbeidsveld dat tot aan zijn dood zijn levenstaak bleef. Hij overleed den 11den Juli 1876 te Marienbad, in Boheme, in den ouderdom van 72 jaren en werd begraven aan den voet van den vluchtheuvel dien hij deed opwerpen en in de nabijheid van het Godshuis dat hij deed bouwen. Zijn nagedachtenis zal bij vele geredden in dankbare herinnering bewaard blijven.
Meerdere bijzonderheden omtrent zijn leven vindt men vermeld in Dr, N. Beets, levenschets van O.G. Heldring voor de Maatschappij van letterkunde, en in een autobiographie uittegeven door L. Heldring 1878.
Hij schreef:
De Natuur en de Mensch of leevnsbeschouwingen van pach ter Gerhard op zijne wandelingen met neef Jonas. Amst. 1834. 8 stukken.
Winteravondlektuur van pachter Gerhard. Amst. 1835-1836. 2 stukken.
Wandelingen ter opsporing van Bataafsche en Romeinsche Oudheden, legenden, enz. 2 stukken. Amst. 1838-1840.
De nimmer rustende Israeliet tot rust gekomen; Eene Christelijke legende. Amct. 1839.
De Zoon der Natuur en de Man naar de Wereld. 2 dln. 1831.
Hoe Simon Bar Jona aan de hand van Jezus, Petrus genaderd is. 3de Afd. Leiden 1842.