Biographisch woordenboek der Nederlanden. Bijvoegsel
(1878)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 99]
| |
Het krijgsleven moede, betrok hij een der kluisen van den berg Montserrat in Spanje en wijdde zich, onder leiding der Benedictijnen, die den top bewoonden, aan de beoefening der stren gste boetvaardigheid. Weldra werd hij echter het kluisenaarsleven moede en begaf zich naar Lissabon, waar hij bij een edelman Sebastiaan Morales, grootschatbewaarder van Joan III, koning van Portugal, in dienst trad. Daar leerde hij Ignatius P. Simon Rodriguez, een der eerste leden der Societeit van Jesus kennen en begaf zich in 1546 in die orde. Eerst kwam hij als leekenbroeder in het noviciaat, hervatte vervolgens zijne studiën, werd tot priester gewijd, en omstreeks Januarij 1548 naar Figueiro gezonden om aldaar de priesterlijke bediening te vervullen. Niet lang daarna vertrok hij met eenige zendelingen naar Indië. Op reis had hij met hevige stormen te worstelen, doch kwam behouden te Mozambique, op de Oostkust van Afrika, de gewone aanlegplaats der schepen, die naar Indië voeren, aan, en verkoos het hospitaal boven het paleis van Ferdinand Sosa, gouverneur-generaal van het Oostelijk Afrika, waar hij liefderijk voor de kranken zorgde. Volgens zijn eigen verhaal, was hij hun predikant, biechtvader, geneesheer, ziekenverzorger, huisknecht en kok. Na 16 dagen op dit eiland vertoefd te hebben, werd de reis voortgezet en den 3den September wierp de ‘St. Pieter’ (zoo heette het schip dat de paters voerde) voor St. Goa het anker. Terstond werden zij door eenige paters van het Pauluscollegie ook in naam van Franciscus Xaverius, verwelkomd. Spoedig trad Berse als leeraar op, terwijl hij tevens in het collegie onderricht gaf. Soms predikte hij 5 of 6 maal in de week voor een onafzienbare schare, en haalde een groot-brahmin tot zijne leer over. Van Goa werd onze missionaris door den overste van het Pauluscollegie naar Chale, eene Portugeesche sterkte op de kust van Malabar, tusschen Calicut en Tanor, gezonden, om aldaar een huis te stichten, waar de novicen der societeit konden worden gevormd, doch Xaverius, die hem op reis ontmoette, keurde dit plan niet goed en keerde met hem naar Goa terug, van waar Xaverius hem kort daarna naar Ormuz, meer dan 500 mijlen van Goa verwijderd, zond, terwijl hij zelf naar Japan vertrok. Hier volhardde hij in zijn moeijelijke en gewigtige taak, predikte en doopte vele Joden en Saracenen, bezocht de kranken en trachtte alles voor allen te worden, terwijl hij zelf een toonbeeld van alle christelijke deugden was, en de algemeene liefde genoot. Te Goa teruggekeerd, benoemde Xaverius, na zijn wederkomst uit Japan, hem tot rector van het Pauluscollegie en provinciaal van Indië. Hij ontsliep in den nacht van St. Lucas, den 18den October 1559, in den ouderdom van 38 | |
[pagina 100]
| |
jaren, waarvan hij er ruim 7 doorgebragt had in de Society van Jesus en vijf in de missie.
Zie C. Berse, of de Nederl. Frapciscue Xaverius, eene bijdrage tot de geschied. v. Jesus in Indië v. 1546-53, door W.v.N., Soc. Jes. Rott. 1870. |
|