[Baron Gerard Johannes Beeldsnijder van Voshol]
BEELDSNIJDER VAN VOSHOL (Baron Gerard Johannes), zoon van Johannes Beeldsnijder, schepen te Amsterdam, en van Henriette Everdina Beeldsnijder, werd in genoemde stad den 30sten Mei 1791 geboren. Hem viel een letterkundige opvoeding ten deel. Ten jare 1813 was hij als luitenant onder de Amsterdamsche schutterij bij het beleg van Naarden. Op 26 jarigen leeftijd trad hij in den echt met Martina Adriana Maria van Toulon, en gaf zich op den huize Rupelmonde aan zijn lust tot het aankweeken van bloemen en zeldzame planten over. Na een verblijf van 9 jaren aldaar, vestigde hij zich te Utrecht, werd lid van de provinciale staten en legde zich toe op het verzamelen van prenten, portretten en handschriften, vooral tot opheldering der Nederlandsche geschiedenis en werd directeur van het Zeeuwsch Genootschap en lid der Maatschappij van Letterkunde en andere genootschappen.
Met behulp van geleerde vrienden gaf Beeldsnijder de volgende geschriften in het licht:
Verbond en smeekschriften der Nederlandsche Edelen van den heer Baron d'Yvoy van Mijdrecht, vermeerderd met aanteekeningen en verrijkt met bijna alle de facsimilés. Met twee tabellen. Utrecht 1837, 8o.
Drie stukjes medegedeeld in de Kronyk van het Historisch Genootschap te Utrecht. 1851, 8o.
J. Jansz. Beeldsnijder, met facsimilé. (1577-1588.)
Facsimilés van onuitgegevene brieven en andere belangrijke stukken van beroemde mannen. 6 afleveringen. Utrecht (1837), 4o.
Het Album van Joannes Narsius van Dordrecht, lijfarts en geschiedschrijver van Gustavus Adolphus, koning van Zweden. Utrecht 1837, 8o.
De Jesuiten en de Minnebroeders uit Maastricht verbannen in 1638.
Mislukte aanslag van 's lands vloot op eenige Engelsche Virginie-vaarders. 1667.
Hij overleed te Utrecht den 19den April 1853.
Zie Hand. der Maatsch. van Ned. Letterk., 1853; Biogr. Woordenb. van Huberts, enz.