[Nicolaas Cornelis Ampt]
AMPT (Nicolaas Cornelis), geboren den 6den Julij 1788, was luitenant bij de rijdende artillerie en hielp als zoodanig Oelst en Schill verslaan, waarbij hij een geweer veroverde. Naderhand was hij tegenwoordig bij den slag bij Friedland, streed in Saxen, Bohemen en bij Dresden. In het vaderland teruggekeerd, kommandeerde hij in 1809 eene batterij artillerie aan het Sloe, tijdens de landing der Engelschen te Vlissingen. Hij vertrok in 1811 op het fregat ‘Madura’, als officier à la suite van den generaal Janssens, naar Batavia. Hij was aldaar bij den aanval der Engelschen op de koloniën, verdedigde dapper het hem toevertrouwde punt, doch werd krijgsgevangen genomen en naar Engeland gevoerd. Hiervan ontslagen werd hij bij de komst van den erfprins in het vaderland tot diens adjudant en tot kapitein en kort daarop tot majoor verheven. Dapper streed hij te Quatre-Bras, en in den slag bij Waterloo werden hem twee paarden onder het lijf doodgeschoten, op het oogenblik dat de prins van Oranje gekwetst werd. Hij volgde de overwinnende vanen der bondgenooten naar Parijs, bleef na zijne terugkomst nog eenigen tijd adjudant van den prins, en besloot toen zijn verder fortuin in O.-Indië te beproeven. Als kolonel der artillerie vertrok hij derwaarts, maar na eenige maanden aldaar geweest zijnde, overleed hij in den ouderdom van nog geen 37 jaren te Batavia den 15den October 1825, aan de