westelijk Europa, Ierland tot Kazan in Rusland en van Lapland tot Palermo.
Den 31sten October van het genoemde jaar aanvaardde hij zijne bediening te Luik, met eene or. de utilitate quam studia inprimis historica et politica peregrinationibus captent, doch hoezeer aangesteld bij de juridische faculteit, waren het geen regtskundige vakken, maar staathuishoudkundige, statistiek en staatkundige geschiedenis, die hij onderwees. Geen werkkring kon voor hem geschikter zijn dan deze.
In Augustus 1830 brak ook te Luik de omwenteling uit, die Belgie van Nederland heeft afgescheiden. Ackersdijck week dien ten gevolge naar Aken en zocht zijn troost in het reizen. Na een kort bezoek in het vaderland, vertrok hij weder naar Duitschland, waar hij tot in Julij 1831 bleef. Het langst vertoefde hij ditmaal te Berlijn, en woonde aldaar de collegiën bij van de hoogleeraren Hoffmann over statistiek, van von Raumèr over geschiedenis en van Hegel over philosophie der geschiedenis. Intusschen had hij berigt ontvangen van zijne voorloopige plaatsing bij de universiteit te Utrecht, waaraan hij in 1840 voor goed als gewoon hoogleeraar verbonden werd, doch eerst in 1849 viel hem, na den dood van Brueys, het gewone collegie over staatshuishoudkunde ten deel. Negen en twintig jaren bleef hij als zoodanig werkzaam, toen hij in 1869 zijn emeritaat verkreeg. De laatste helft van dat jaar bragt hij nog in Engeland, Frankrijk en Duitschland door en overleed te Utrecht den 13den Julij 1861.
Ackersdijck was lid van verschillende geleerde genootschappen, wier vergaderingen hij getrouw bijwoonde. Het meeste wat hij, buiten zijne Reis in Rusland, in het licht heeft gegeven, is verschenen in tijdschriften, als: de Vriend des Vaderlands, Konst- en Letterbode, Tijdschrift van Geschiedenis, Oudheden en Statistiek van Utrecht, de Gids, Bijdragen tot de Staathuishoudkunde en statistiek, door Mr. G. Wttewaal; de Tijdgeest, Bijdragen tot de Nederlandsche en vreemde Koloniën, bijzonder betrekkelyk de vrijlating der slaven, Algemeen Letterl. Maandschrift, Nieawe Bijdragen tot bevordering van het onderwijs en de opvoeding, Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek, door Mr. B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis; Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje, enz.
Soms gaf hij echter ook afzonderlijke kleine geschriften uit, zoo als in 1835, toen een wet was voorgesteld van den buitenlandschen graanhandel door schaalregten te belemmeren, bestreed hij dien maatregel in Bedenkingen over de korenwetten. Toen drie jaren later W.C. Mees, als student een geschrift had uitgegeven, en daarover heftig was aangevallen,