[Johan van Wijnbergen]
WIJNBERGEN (Johan van), zoon van Wickman van Wijnbergen en Christina Mevis, genaamd Pannekoek, uit een oud Geldersch geslacht gesproten, bewees den staat gewigtige diensten in het krijgs- en staatswezen, als kapitein, gouverneur van 's Gravenweert en gecommitteerde ter vergadering der staten-generaal. De staten van Gelderland hielden toen eenigermate de zijde van Leicester, doch toen Deventer in 1587 door het verraad der Engelschen aan de Spanjaarden was overgegeven, stemde van Wijnbergen er mede in dat er deswege een scherpe brief aan den landvoogd werd gezonden. De staten van Utrecht hierover gebelgd, eischten de terugroeping van van Wijnbergen. Hieraan werd nog in hetzelfde jaar gehoor gegeven, doch hij verkreeg later zitting in de vergadering der algemeene staten. Hij huwde Machteld van Doornick en overleed kinderloos in 1602. Hooft getuigt van hem: ‘dat zijne werken uitwezen dat hij den vaderlande getrouw, onbesmet van staatzucht, een verfoeijer van scheurmakerij, voorstander van orde en een loffelijke telg van den edelen stamme van Wijnbergen was.’
Zie Bor, B. XXII. bl. 65, 76-78; Scheltema, Staatk. Nederl.; Kobus en de Rivecourt.