[Maria de Wilde]
WILDE (Maria de), dochter van den vorige, geb. te Amsterdam 7 Jan. 1682, was een zeer talentrijke vrouw, en niet alleen ervaren in het zingen, klavierspelen, dichten, schilderen, maar ook in het graveren. Zij etste de platen voor de oudheden uit het kabinet van haar vader toen zij 18 jaren oud was, graveerde zijn portret; teekende de Samaritaansche mnnten voor een kunstvriend; schilderde tot nagedachtenis van J. Broeckhuysen een tombe voor zijn beeldtenis, die hij bij uitersten wil aan haar vader had nagelaten. Behalve eenige losse stukjes vervaardigde zij de volgende tooneelstukken:
Abradates en Panthea, trsp. Amst. z.j.m. titelpl.
Het swervende portret, kluchtig blsp. Delft 1742.
De bekroonde Boere-rijmer, blsp. Amst. voor de liefh. 1755.
Don Domingo Gonzalis of de Man in de Maan. Als boven. 1755.
De beroemde Reland, D. van Hoogstraten, Johan Pluimers, Broeckhuisen, Gronovius en andere dichters hebben tot haren lof bezongen en zij is meermalen afgebeeld.
Zie van Eynden en van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Witsen Geysbeek, B.A.C. Wb., D. VI. bl. 501; Collot d'Escury, Holl. roem, D. I. bl. 106; Cat. d. Maats. van Nederl. Letterk., D. V. bl. 223; Muller, Cat. v. portr.