Hieroglyphica van mr. Romeyn de Hoghe. Amst. 1734. 4o.
Ciceronis Orationes selectae. Amst. 1735. 8o.
S. Pitisci Lexicon Latino-Belgicum novum. Dordr. et Amst. 1737. Rott. 1771. 4o., door hem met 8000 woorden en spreekwijzen vermeerderd. Ook arbeidde hij aan eene nieuwe uitgaaf van Hesychii Lexicon.
Trappen des genaden throons. Gouda 1712 en meermalen herdrukt, o.a. te Amst. 1748 met pl.
Kerkelijke geschiedenissen des N.T. naar de handelwijze van Hubner, 8o. in verscheide deelen. Amst. 1727 enz.
Hij vertaalde Apologia Synodi Dordraceni per Stephanum Vitum, in 1727 met een voorrede van Johan van den Honert.
In het jaar 1731 gaf hij met Jacob van Ostade, predikant te Gouda, een vertaling van het bijvoegsel van Calmets groot Woordenboek, (door Gargon in 1725 overgezet).
Van zijne poëzy vindt men o.a. eene proeve voor het 4de deel der Mengeldichten van J. van Hoogstraten.
Zie Saxe, Onom., P. VI. p. 404; Burmanni, Sapientia Hyperborealis, p. 61; Vrolijkhert, Vliss. Kerkhemel, bl. 514; Republiek der Gel. wereld, Julij an Aug., 1723, bl. 179; Leydekker, Toeyg. van zijn Testament, § O; Bouman, Gesch. d. Geld. Hooges., D. II. bl. 183, 184; Rogge, Bibl. der Contrarem, bl. 125; van der Aa, N.B.A. Wb.; Abcoude, Aanh., bl. 234; Tweeds Aanh., bl. 167; Kobus en de Rivecourt.