[Frederik Rastat van Weilo]
WEILO (Frederik Rastat van), of Rachstad van Weyle, ook Fridericus R. de Weisse alias Veil, in het midden der 17de eeuw te Amsterdam, volgens anderen in 1648 in Kleefsland geboren, verliet het Jodendom, liet zich te Kleef doopen en werd een ijverig evangelie-dienaar. In 1680 was hij predikant te Spijk en vertrok van daar naar Ossenisse, waar hij in 1726 zou overleden zijn.
Hij schreef:
Helder tooneel vertoonende den waaren Messias enz. Amst. 1683, waarin hij rekenschap gaf van zijn overgang op 23-jarigen leeftijd. Het is oorspronkelijk in het Latijn.
Vertoog van de wangestalte van 't Hedendaegsche supertheus en Jodendom, mitsgaders hare stoute hardnekkigheid, en 't lasteren van den Heere der heerlijkheid en misbruik van die aan haar vergunde vrijheid, klaar en duidelijk voorgesteld. Dordr. 1698. 8o.
Gedoopte en Besneden Christen. Leyden 1673. 8o.
Jezus, de waare God, verhandelt in 3 Predicatien. Amst. 168. 8o.
De gelukzalige staat des Nieuwe Testaments. Amst. 1730. 8o.
Claar vertoog dat Jezus is de Christus. 's Graavenh. 1731. 8o.
Noachs Prophetie. Amst. 1685. 8o.
De Heerlijkheid Jezu Christi. 1684. 8o.
Over het genade verbond. Amst. 1683. 8o.
Borstwapen des Geloofs.
Jezus Nazarenus. Zions koning. Leiden 1697. 8o.
Staat der kerke. Amst. 1730. 8o.
Zie Soermans, Kerk. Reg., bl. 98; Verwoert; Glasius; Maurik, Abcoude, Naamr., bl. 402; Rabus, Boekz. v. Europa, Sept. en Oct. 1698. bl. 359.