op hem eene lijkrede. Onder zijne nagelaten papieren vond men veel bouwstoffen voor eene nieuwe uitgaaf van Celsus en een werk over de visschen in ons vaderland;
Alleen gaf hij in het licht:
Oratio de Caroli Clusii vita et obitu. L.B. 1609, 8o. ook toegevoegd aan de Curae posteriores van Clusius L.B. 1609.
Oratio honori et memoriae Petri Paawii dicta L.B. 1617, 4o.
Zijne brieven aan N. Heinsius, vindt nu bij Burman in Sylloge Epistol, T. II, p. 789 seqq.
Zie P. Cunaei Or. recitata in exequis viri Clar. Ael. Everard Vorstii, Medicinae professoris primarii in Orationes varii argumenti cet. L.B. 1640 p. 170; Niceron, Mém. T. XXII, p. 96; Meursii, Ath. Bat. p. 200; Val. Andreas, Bibl. Belg.; Foppens, Bibl. Belg. T. I, p. 35; Eloy, T. IV, p. 553; Siegenbeek, Gesch. door L.H. D. I, bl. 69, 131, 132, D. II, bl. 70, 82, 83; Suringar, de Medische faculteit te Leided, in het begin der 17e eeuw; Schotel, Akad. te Leid. D. Heinsii orat.ed. nova or. IX, p. 105 seqq. Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Banga, t.a. p. 223, 287, 293.