[Joan Walterus Viringus]
VIRINGUS (Joan Walterus) of Jan Wouters van Vieringen, omstreeks 1549 te Leuven geboren, leerde Latijn en Grieksch, studeerde in de medicijnen aldaar en werd in 1561 licentiaat, vervolgens ging hij naar Ter Veere in Zeeland, waar hij de geneeskunst uitoefende en tevens het pensionaris-ambt bekleedde. Hij keerde echter naar Leuven terug, verkreeg den doctortitel en volgde Willem Bernaerts of Bernartius als hoogleeraar in de geneeskunde op. Na deze betrekking meer dan 22 jaren bekleed te hebben, verloor hij omstreeks 1578 zijne vrouw, omhelsde den kerkelijken staat, ontving de priesterwijding en verkreeg een kanunikaat in de Cathedrale van Arras, waar hij zich vestigde en en een der kapellanen der aartshertogen Albert en Isabelle werd. Hij overleed in 1598.
Men heeft van hem;
Epitome, ofte kort begrijp der Anatomien Andreae Vesulü, vert. in 't Nederd. Brugge 1569. 4o.
Een waarschuwing ad Lectorem pium et Θιλίατρον (medicinae amantem) vóór het Diarium Medicorum Ecclesiasticum van Joh. Molanus. Leo. 1565. 12o.
Tabala Isagogica, ossium corporis humani annexionem ac humerum complectens, olim Lovanii edita, nunc recognita et aucta, Duac. 1597.
De Jejunio et abstinentia, Medicorum Ecclesiastici libri quinque Quc abstinens est adjiciet vitam, Eccles. 37. Non satiari cibis, saluberrimum; Hippoc. in Epidem. Rigiaci Atrebatium 1597, 4o.
Zie Val. Andreas Bibl. Belg. p. 566, 577; Fasti p. 45, 220; Foppens, Bibl. Belg. T. 2 p. 60 Paquot, Mem. IV. p. 106, 107.