[Johannes Tissel]
TISSEL (Johannes), in 1752 te 's Gravenhage geboren, werd tot de studie voor predikant bij de Lutherschen opgeleid door Ds. C. van der Heiden aldaar, studeerde één jaar in Duitschland, werd in 1772 predikant te Schiedam, in 1774 te Dordrecht, in 1788 te Amsterdam, waar hij in 1813 overleed.
Hij vierde te Dordrecht in 1780 het vijfde Jubile der Augsburgsche confessie, en gaf in het licht:
Gedachten of zekere Recensie aan de geagte schrijvers der Nederduitsche Bibliotheek. Dordr. 1777.
Apologie voor de leer der verzoeninge; of dit gewigtig Leerstuk van den christelijken godsdienst bewezen en gered tegens de zwaarigheden van den Heer J.A. Eberhard en anderen. Ald. 1778.
Leerredenen over de gewigtigste gebeurtenissen uit het leven van Jezus Christus, gewoonlijk genoemd Evangelien. Ald. 1786-87. 6 d.
Er bestaat een monument ten zijner eere door J.W. Caspari en A.v.d. Beek, met opschrift van A.J. Zubli.
Zie Schotel, Kerk. Dordr, D. II, bl. 229; Domela Nieuwenhuis in Bijdr. van Schultz Jacobs, D. VII, bl. 136; Dez., Gesch. d. Amsterd. Luth. gem., bl. 205; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.