[André Benoit Barreau Taurel]
TAUREL (André Benoit Barreau), den 6den September 1794 te Parijs geboren, ontving van Vincent en Guerin onderwijs in de teeken- en van den beroemden Bervic in de graveerkunst met zulk een goed gevolg, dat hij bij gelegenheid van den wedstrijd in de graveerkunst, in 1818 te Parijs gehouden, den grooten prijs verwierf. Vijf achtereenvolgende jaren bragt hij dientengevolge als pensionair aan de koninklijke academie te Rome door. In 1822 werd hij door koning Willem I naar Holland geroepen en aangesteld tot directeur van de graveerkunst en tot lid van den raad van bestuur aan de koninklijke academie van beeldende kunsten te Amsterdam. Daar graveerde hij het portret van Willem I, naar de schilderij van J.W. Pieneman, dat hij aan de koningin aanbood, die hem daarvoor een kostbaren ring met diamanten vereerde. Een dergelijk geschenk ontving hij in 1841 van de gemalin van koning Willem II voor het portret van dezen vorst, naar de schilderij van J.A. Kruseman. Tot de overige, door hem gegraveerde, portretten, behooren die van de vorstinnen Anna Polowna en Sophia, dat van keizer Nikolaas, ten voeten uit; die van Nicolaas Pieneman, Royaards, Prof. Suerman en Tollens. Zijn laatste werk was zijne vermaarde Catharina, voor de galerij te Florence en het portret van Prof. J. Bosscha, naar N. Pieneman, dat half voltooid gebleven is, dewijl hij, onverwachts in den nacht van den 12den Februarij 1859 overleed. Tot zijne leerlingen behoorden, behalve zijn beide zonen, Charles Edouard en Augustin,
Couwenberg, Kaiser en D.J. Sluyter. Hij was lid der koninklijke Academie te Antwerpen, lid van het koninklijke Nederlandsch Instituut en ridder van de Eikekroon. Hij huwde Henriette Ursula Claire, dochter van den historieschilder Charles Thevenin, destijds directeur der koninklijke Fransche Academie te Rome, en later bewaarder van de prentverzameling der koninklijke