Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
af. Sedert 1706, gedurende 38 jaren, was hij met den rang van kapitein bekleed, en woonde als zoodanig verschillende togten bij, zonder dat zich de gelegenheid aanbood zich te onderscheiden. Op eens werd hij in 1744, 69 jaren oud, van kapitein tot luitenant-admiraal bevorderd, alleen omdat hij, na de verheffing van den schout-bij-nacht Graye tot luitenant-admiraal van de Maze, de oudste scheepsbevelhebber bij het collegie van Amsterdam was. Hij overleed in 1755, in den ouderdom van 80 jaren. Hij liet een zoon na, Abraham, ook kapitein ter zee, in 1753 overleden. Zie J.C. de Jonge, Gesch. v. Neêrl. Zeew., D. V, bl. 106; Van Wijn op Wagenaar, D. XIX, bl. 122, D. XX, bl. 75. |
|