[Jan Swelinck]
SWELINCK (Jan), teekenaar en graveur in den aanvang der 17e eeuw. ‘Men heeft (schrijft Immerzeel) van dezen meester vele voorwerpen, die hij geëtst en met het stift opgesneden heeft, zooals o.a. een quarto boek met zinnebeelden te Amsterdam gedrukt.’ Kramm merkt te regt op dat hij de Sinne- en minnebeelden van J. Cats en eenige prentjes in de Emblemata van J. de Brune (Amst. 1624 4o.), naar de teekeningen van A. van de Venne heeft gegraveerd, benevens de Emblemata en Emblemata moralia door Zacharias Heyns (Rotterd. 1625 4o.). Ook zijn de Zeven dagen naar de vertaling van W. van Saluste, De Schepping der wereld, door Z. Heyns (Zwol 1616 8o.), de herstelling van Karel II koning van Engeland, met een vers van Bara (Amst. 1660) gr. 8o.) het portret van dr. J. de Grave 4o.; Maria met het kind, naar Parmigiano, voorvallen uit het Leven van Maria de Medicis, 5 St. door hem gegraveerd.
Zie Kramm.