Voorlezing over de vorming van het beengestel in Algem. letterl. maands. 1823, D. VII St. 4 bl. 133.
P. Bakker, oorsprong van het woord Calomel in Tijdschr. v. genees-, heel-, verlos- en seheik.-wetens. 1824, D. I. St. 2 bl. 120.
Met T.A. Jorritsma, verklaring van de geneeskundige leer van den heer Broussais. Uit het Fransch. Ald. 1824 D. I. St. I, bl. 80.
Met P. Bakker, verh. over de vraag: Daar Lavoisier, de vader der scheikunde, stelt, dat niets voor waarheid moet gehouden worden, dan hetgeen synthetisch en analytisch bewezen kan worden; welke proeven bewijzen dan het aanzijn der nieuw ontdekte metalen, zooals het potasium, Jodium, calcium etc. en kunnen als zoodanig dezelve met regt, volgens bovengemelden scheikundigen onder de metalen rangschikken, zoo zelfs dat men metaal-beginsels in de quinine, strychine etc. onderstellen moet. Ald. 1824, D. I. St. I. bl. 69.
Met P. Bakker en S.C.P. van Rozendaal, rapport wegens de bestanddeelen der Rob. antisiphyliticum. Ald. 1824, D. I. St. 3 bl. 72.
Voorlezing over lever en chymai in Algem. letterk. maands. 1822, D. IV. St. 5. bl. 161, St. 6. bl. 211.
Verhandeling over Spieren en Spierkracht. Ald. 1824, D. VIII. St. 7. bl. 265.
Aanmerkingen op eene verhandeling van Gottling, over de bereiding van den mijnstoffelijken Kermes in Vad. Letteroef. 1804, D. XIV, St. 2. bl. 441.
Verhandeling over de tegengiften in Tijdschrift voor Binnenen Buitenl. Letterk. 1824 no. 5.
Verhandeling over de vergiften. Ald. 1823, no. 2 bl. 97.
Handboek van een zamenstel der scheikunde, of beschouwende en beoefenende grondbeginselen dezer wetenschap. Naar het Fransch van E.J. Bouillon la Grange, vrij en eenigzins verkort gevolgd. Rotterd. 1804 8o. pl. en tab.
Redevoering, gehouden bij de inwijding der genees-, heel-, vroed- en artsenijmengkundigen scholen te Hoorn den 16 van Herfstmaand 1825. Hoorn 1826 8o.
L.C. Buchner, J.G. Repelius en J. Swaan, verh. over de oorzaken der besmettelijke ziekten, welke meestal in belegerde steden ontstaan, met aanwijzing der beide hulpmiddelen, gegrond op natuur- en scheikundige aanwijzingen, om dezelve voor te komen of uit den weg te ruimen in Geneesk. mengel., uitgegeven door het genoots. vis unita fortior 1820, D. I. St. 4. bl. 1; D. II. St. 1. bl. 1.
Zie Holtrop, l.c., p. 57, 354; v.d. Aa, N.B.A.C. Wb.