[Jacob Steendam]
STEENDAM (Jacob) dichter uit het midden der 17e eeuw. Zeer zeldzaam zijne zeede-sangen voor de Batavische Jonkheyt 2 d. (1671) kl. 8o.
Den Distelvink ook 3 deelen:
Minne-zede-Hemelzangen. Amst. G. van Goederbergh 1649-50 4o.
Ook schreef hij te Amsterdam den 27 Mei 1665 een Toezang op de Christelijke voorbereyding tot des Heeren H. Avondmaal, Godvruchtig en geleerdelijk voorgesteld, in Konstige Sangvaersen door mr. Joan Blasius, Rechtsgeleerde, den 12 Julij van 't gemelde jaar een Toezang op de Bedenckingen van den Heer en mr. J. Blasius. Hij had tot zinspreuk Noch vaster. Zijn vriend P. Verhoek, wenschte hem in dichtmaat eene goede Reis naar Batavia.
Zie v.d. Aa, N.B.A.C. Woordenb.; Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk., D. I. bl. 239; Cat. Enschedé p. 249; Cat. Ackersdijck, D. II. p. 188; P. Verhoeks Poezy, bl. 150. Jacob Steendam, a memoir of the first poet in New-Netherland, with the poems descriptive of the Colony. The Hague 1861 8o; Nijhoff, Gesch. en Oudheidk. Bijdr., III. 1, 41 (N. reeks).