ghevonden wordt in de wiskonst, wat vindtbaar is. Noyt voor dezen bekendt. Gevonden ende beschreven door Johan Stampioen, d'jonge mathematicus, residerende te 's Gravenhage, ghedruckt ten Huyse van den autheur: in Sphaera Mundi, 1639, in 4o. Dit werk, dat vele nieuwe leerstellingen bevatte, is in der tijd hevig aangevallen en scherp beoordeeld door Jacob van Wassenaer in zijne geschriften, getiteld: 1) Aenmerkingen op den nieuwen stelregel van Joh. Stampioen, d'jonge, Leyden, 1639. 2) Den Onwissen Wis-Konstenaar, euz. J. Stampioenius ontdekt, Ibd. 1640.
Intusschen schijnt Joh. Stampioen het antwoord op deze scherpe critiek niet schuldig gebleven te zijn, waut wij vinden van hem nog drie boekjes ter zijner regtvaardiging in het licht gegeven; de titels daarvan zijn: a) J. Stampioenii, derden daghvaard. Brief, gezonden aen Jacob a Waessenaer (ofte aen zijn meester R. de Cartes) Ao. 1639. b) Verclaringe over het gevoelen by de Professoren Matheseos der Universiteit te Leyden, nopens den Regel van J. Stampioen, 's Hage, 1640. c) J. Stampioen, Wiskonstigh en Redenmattigh Bewys op den regel van Syn Boeck, 's Hage, 1640.
Buiten en behalve de vorenstaande schriften van Johannes Stampioen heeft hij nog een of meer kaarten vervaardigd, o.a. Kaart van het hooheemraedschap van Schieland, geordonneerd ende begonnen anno 1650, gemeten door Jan Stampioen en in kaper gesneden door J. Vingboons in de jaren 1651, 1652 en 1653, in fol. atl. Hij was de leermeester van Christiaen Huygens.
Zie de Navorscher, D. VI (1856) bl. 32, 188, 285 en 340; Schotel, Twee leermeesters van C. Huygens.