genheid betoonde moed en beleid had zijne benoeming tot buitengewoon luitenant ter zee, tweede klasse, ten gevolge. In het begin van 1826 werd hem te Soerabaja het bevel over Z.M. kanonneerboot no. 16 opgedragen, waarmede hij onderscheidene togten deed naar Muntok, Pangkal Pinang, en Soengei Leat op de Zuid-Oostkust van het eiland Banka. In Julij 1827 deed hij als kommandant van Z.M. kanonneerboot no. 14 wederom eenige togten en in de volgende maand werd hem het bevel op de Zuid-Oostkust van Banka opgedragen. Van dezen post, in 1828 teruggeroepen, kruiste van Speyk, de tweede helft van dit jaar op de Noordkust van Java, waar hij de scheepvaart en koophandel beschermde en ‘de schrik der roovers’ was. Toen, op het einde van 1828, alle detachementen van Z.M. Nederlandsche bij de Koloniale Marine werden ingetrokken, werd ook van Speyk overgeplaatst op korvet Triton en kwam daarmede den 3 Augustus 1829 in het vaderland terug. Den 1 April 1830 van het volgende jaar werd hij op Z.M. fregat Amstel, onder bevel van den kolonel-kapitein J.M. Polders, als wachtschip te Helvoetsluis liggende, geplaatst, en hem, toen effectief luitenant ter zee 2e klasse, vervolgens het bevel opgedragen over de kanonneerboot
no. 2 op de Schelde voor Antwerpen. Met deze werd hij door een stormvlaag op den 3 Februarij 1831 tegen den Antwerpschen wal geslagen. De Belgen beklommen de boot, hun eisch was ‘strijkt de vlag’, een Belgisch officier eischte zijne papieren, van Speyks antwoord was ‘wacht een oogenblik, dan zal ik mijne papieren halen en ze u laten zien’, waarop hij zich naar beneden begaf, den brand in het kruid stak, waarna de boot in de lucht sprong, en hij de eer der vlag, door opoffering van zijn leven, handhaafde. Een nationaal gedenkteeken vereeuwigt dezen heldendood in den te Egmond aan zee sierlijk opgebouwden toren, die genaamd is Jan van Speyks toren. Twee gedenkpenningen werden ter gedachtenis van deze daad geslagen, en op last van prins Frederik door de zeeschilder P.J. Schotel twee schilderijen, dit romeinsch feest voorstellend, vervaardigd, die aan het koninklijk instituut te Medemblik ten geschenke gegeven zijn.
Zie verder J. Koning, Leven van J.C.J. van Speyk met portr. en platen; G.D.J. Schotel, Leven van J.C. Schotel; Leven van P.J. Schotel; Nieuwenhuis (uitg. Sijthoff); Kobus en de Rivecourt; Verwoert; Muller, Cat. v. portr.