[Willem Anne baron van Spaen la Lecq]
SPAEN LA LECQ (Willem Anne baron van), eenige zoon van den vorige, werd den 26 Dec. 1750 geboren. Na zijne studiën te Utrecht volbragt te hebben, werd hij in 1769 burgemeester te Elburg. In 1786 liet hij dien post, ten gevolge van toenemende onlusten, varen. Drie jaren later aanvaarde hij wederom dit ambt, 't geen hij tot 1795 bekleedde. Reeds vóór dien tijd had hij in onderscheidene betrekkingen getoond dat de belangen van vaderland en vrijheid hem ter harte gingen. Na 1795 begaf hij zich naar zijn buitengoed Bellevue, trad daar op als president van het kanton Kleef en als grootmeester der wapenen van 't koninkrijk Holland tot in 1810, toen hij deze posten overliet. Na de verandering van zaken, keerde hij naar zijn vaderland terug, en werd lid der notabelen, president van den hoogen raad van adel, lid der ridderschap van Gelderland (1816), lid der eerste kamer van de staten generaal (1815), kommandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw. In al deze betrekkingen verloor hij de beoefening der letteren en wetenschappen niet uit het oog: vooral trok de geschiedenis van Gelderland zijn aandacht. Alle bronnen, die voor hem open stonden, werden door hem gebezigd en de behulpzame hand van geleerden ingeroepen. Hij was lid van vele buiten- en inlandsche geleerde genootschappen. Zijne echtgenoote, Anna Bentinck, schonk hem 5 zonen en 7 dochters, van welke slechts 3 der laatste hem overleefden.
Hij gaf in het licht:
Oordeelkundige inleiding tot de hist. van Gelderland, in 4 dn. Utr., 1801-5. 8o,.
Historie van Gelderland (waarvan alleen het eerste deel het licht zag). Utr., 1814. 8o.
Proeve van hist.- en oudheidkunde. Utr., 1805. 8o. (Alleen het eerste deel zag het licht).
Historie der Heeren van Amstel, van IJsselstein en van Mynden, tot opheldering van Wagenaar met wapens en tabellen. Den Haag, 1807 8o.
Briefwisseling met Kluit en van Wijn over den oorsprong van 't geslacht van Brederode in van Wijn's Huiszittend leven. 2de D. 1ste St.
Verhand. over de crimineele ordonnantie van Koning Philips in Gelderland. Arnhem, 1794. 8o.