Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 808]
| |
lage, predikant te Oosterwijtwert (13 November 1674), Steinfurt (30 Augustus 1677) en Deventer (16 November 1683), waar hij den 16 November 1730 ontsliep, en van Anna Christina, dochter van Martinus Hundius, Theol. Doct., en eerste Hoogleeraar aan de Hoogeschool te Duisburg, werd predikant te Bemmel (1720), Kampen (1723), Delft (1725), Amsterdam (1737), waar hij den 29 Januarij 1763 overleed. Hij was bevriend met C. Ghijben, die ter zijner eere zong en zijn grafschrift vervaardigde. Men heeft van hem een Inwijdings-rede van het nienwe kerkgebouw in de vrye Heerlijkheid van Rozendaal. (Amsterdam 1759. 4o) Zijn brocder was Wilhelmus Johannes, den 9 November 1701 te Deventer geboren, predikant te Schipluiden (1728) en Dordrecht (1731), waar bij den 11 Maart 1741 overleed. Zijn boezemvriend Johannes Eusebius Voet beweende zijn verlies in een rouwklagt. Zijn portret bestaat met een Lat. vers.
Zie Glasius, Godgel. Nederl.; Schotel, Kerk. Dordr., D. II. bl. 332, 788; Brans, Kerk. Reg., bl. 14; Croese, Kerk. Reg., bl. 233; Pauw en Veeris, Vern. Kerk. Alph., bl. 191; Wagenaar, Amsterd.; Mr. Bodel Nyenhuis, Topogr. lijst, bl. 70; J. Boskoop, Lijkred. op J. Temmnck. Amst. 1768. bl. 30; Badon en Ghyben, Mengeld., bl. 31, 105, 321; Handelsblad, 16 April 1860. Part. berigt. |
|