[Sicke Sjaardema]
SJAARDEMA (Sicke), een Friesch edelmam, was hoofdling te Franeker, en het hoofd der Schieringers. Hij handelde met hertog Jan van Beijeren om zijn aanhang bij te staan. Na het vertrek der Hollandsche knechten was hij genoodzaakt een voorloopig verdrag van 20 jaren te sluiten (5 Aug. 1420). Dit had echter weinig goede gevolgen. De Schieringers huldigden den hertog van Beijeren als hun landsheer. Sjaardema, bij de vetkoopers verdacht, heimelijk met den hertog te heulen, ontving allerlei afbreuk, vooral van de Groningers. Zij mishandelden zijn zoon, een knaap van 14 jaren, dien hij ter zijner verantwoording derwaarts had gezonden; zelfs sloegen zij hem in ketens, en deden hem vermoedelijk meer geweld aan, zoo dat hij stierf. Sicke, hierdoor ten hoogste verbitterd, werd nu een openbaar vijand der Groninger bondgenooten, en zette, door zijn aanzien en gezag, de zaak des hertogs veel gewigt bij. Lang hield hij de onderhandelingen tot vrede tegen. Deze volgden echter 1 Febr. 1422 en hij was de eerste van zijn aanhang, die hem teekende. Zulks was den hertog zeer tegen den borst en hij zocht Sicke op nieuw in zijne belangen te krijgen. Doch Sicke stierf in hetzelfde jaar op zijn huis te Franeker, uitgeteerd van verdriet en hartzeer. Hij was de laatste telg van zijn geslacht. Zijn naam, en wapen werd met toestemming van den keizer, aangenomen door Douwe Aylva, wiens vaders Tjaard Aylva tweede vrouw eene dochter van bovengemelden Sicke was.