Ofschoon dit werk met een latijnschen titel prijkt, is het echter in het Nederd. geschreven. De Wind geeft er een uitvoerig verslag van, en lezenswaardig is hetgeen Ypey er omtrent aanteekent.
Monitorium secundorum Libri V. quibus originem rerumque Celticarum et Belgicarum opus suum nuper editum, altius et auctius ex fontibus Hebraicis, ipsaque rerum origine deducit, probat, firmatque. Ad Teutones, Belgas, Gallos, Itulos, Iberos, Britannos, Danos et Aquilonares, admirandae Celtarum antiquitatis et hactenus inauditae et inanimadversae observationes de vera et falsa origine Monumentum, sive Europa rediviva. Ipris 1615. fol.
Adversariorum Libri IV. Ipris 1615. fol.
Beleg van Ypre door de Engelschen en Gentenaars, ten jare 1383, en oorsprong van de feest, gezeyd den Tuindag, met een verhael van de gebeurtenissen welke in Vlaenderen, omtrent dien tijd plaats hebben gehad. Eerst in het licht gegeven onder den titel van: Oorsprong van den Tuindag door A.v.S. Heer van Rodorne, nu in hedendaagschen stijl overgebragt en met geschiedkundige aanteekeningen verrijkt, door J.J. Lambin. 2e dr. (?) Ypre 1833. 8o.
De eerste druk verscheen te Iperen 1610. 12o. herdrukt ald. 1733. 12o.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 17; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 20; Sweertii, Ath. Belg., p. 102, 103; Gramaye, Defer. Flandr., p. 190; Sanderus, de Brugens. erud. claris, p. 12; Paquot, Mém., T. I. p. 158; Ypey, Gesch. d. Ned. tale, D. II. bl. 1-3; Mém. de l'Acad. de Brux. (1777) T. I. p. 489 suiv.; Morhof, Polyh., T. I. p. 733; Vogt, Cat. lib. rar., p. 614; De Wind, Ned. Geschieds., bl. 321; Hermans, Bijdr., D. I. bl. 51.