[H.J. Schouten]
SCHOUTEN (H.J.), med. dr. te Amsterdam,
schreef:
Verhandeling over de oorzaken, waarom drenkelingen, verstikten en verhangenen, dikwerf een prooi van den dood worden. Amst. 1822. gr. 8o.
Ernstige waarschuwing of nood- en hulpboekje voor allen welke in de liefde of door zelfbevlekking buitensporig zijn geweest. op nieuw verbeterd door H.J. Schouten. Amst. 1829.
Onderzoekingen aangaande den aard en de geneeswijze van den cholera-morbus of braakloop. Amst. 1832.
Pathologisch en physiek betoog, dat de Aziatische eene besmettelijke ziekte is. Amst. 1833. 8o.
Ontleed-, natuur- en ziektekundige onderzoeken, aangaande den aard en de geneeswijze van de cholera-morbus in het algemeen en van de Aziatische in het bijzonder.
Over de oorzaken, waarom de uitbarsting der toevallen bij sommige hoofdwonden, zoo lang vertraagd wordt, benevens de behandeling welke, zoowel ter voorkoming, als ter bestrijding dezer toevallen gevorderd wordt in N. Prijsverhand. v.h. Genoots. ter bevordering der Heelkunde te Amsterdam 1820. D. V. bl. 1.
Geschied- en ziektekundige bedenkingen en aanwijzingen omtrent de koepok-inënting (vaccinatie). Amst. 1836. 8o.
Brief aan Vitringa Coulon, aangaande deszelfs betoog over de noodzakelijkheid, om, tegenwoordig dadelijk gepaste en krachtdadige middelen te gebruiken, wanneer men door loop, gepaard met brakingen en buikpijn, wordt aangevallen, en men niet terstond geneeskundige hulp kan bekomen. Amst. 1832.
Zie Holtrop, Bibl. Med. ac Chir. p. 319.