[Franciscus Schottus]
SCHOTTUS (Franciscus), zoon van Jacobus Schottus, neef der beide vorige. Na Italië doorreisd en Rome bezocht te hebben, trad hij in de orde der Norbertijnen, en werd kanunnik bij de kerk van St. Michael. Hij bekleedde het priesterambt te Borsbeeck bij Antwerpen, en vervolgens te Neerockerseel bij Leuven. Hij overleed in 1617, in den onderdom van 38 jaren.
Hij gaf in het licht:
Thesaurus Exemplorum e Graecis Latinisque scriptoribus, centuriis IV distinctum. Duaci. 1607. 82o.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 241.