Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[Franciscus Schottus]

SCHOTTUS (Franciscus), zoon van Franciscus Scottus en broeder van Andreas, te Antwerpen in 1548 geboren, beoefende de regtsgeleerdheid en bekleedde de waardigheid

[p. 462]

van burgemeester en raadsheer in zijne geboortestad. Hij overleed aldaar den 17 Maart 1622.

Men heeft van hem:

Itinerarium Italiae, Rerumque Romanarum lib. III ex priscis novisque Scriptoribus, Antv. apud Plantin. 1600, 1625. 12^o. quos Vincentiae, Scriptis Tabulisque auctos, dedit Hieron. de Capugnano. Dominicanus Bunoniensis. De S. voegde er later vier boeken bij, behelzende zijne reizen door Germania, Gallia en Hispania. (Coloniae 1620. 12^o).

Epistola ad Joan. Miraeum, Episc. Antverpiensem. In Tom. IV. der Hispania illustrata.

Zie Saxe, Onom., T. IV. p. 129; Scaliger, Scalig. Secund.; Sweertii, Ath. Belg., p. 253; Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 241; Is. Fabricii, Histor. Biblioth., P. V. p. 498, 499; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 308, 309; Chr. v.h. Hist. Genoots., D. II. bl. 173.