[Willebrord van Schomburg of Schaumburg]
SCHOMBURG of SCHAUMBURG (Willebrord van), stadhouder van Friesland namens den hertog van Saxen. Hij werd in 1498 door dezen vooruitgezonden naar Friesland, ten einde aldaar diens belangen te bevorderen. Later ontving hij in Westergo, te Sneek, Franeker en elders, de hulde voor zijnen meester. Hij betrok te Franeker het sterk kasteel van Sjaardema en na zich aldaar gevestigd te hebben, zocht hij zulks ook in andere steden te doen, doch hier en daar stootte hij het hoofd.
Hij was gelukkig ten opzigte van den twist met de Zeven wouden; doch vorderde minder tegen die Oostergo, belegerde tweemaal Leeuwarden en bekwam die stad bij verdrag, waar hij begon een blokhuis te bouwen, om haar beter in bedwang te hebben. In 1499 kwam de hertog zelf in Friesland en hield Schomburgs gezag op. Van zijne verdere lotgevallen is niets bekend als dat hij met 1500 man aan zijn opvolger werd toegevoegd.
Zie Scheltema, Staatk. Nederl.; Eekhoff, Géschiedk. Beschrijv. v. Leeuw., D. I. bl. 105; Dez., Geschied. v. Friesland, bl. 130, 492; Kobus en de Rivecourt.