Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 322]
| |
Spaansche bezettelingen der habijliggende steden bestemde som gelds, en eene menigte andere kostbaarheden, met den Spaanschen betaalmeester, onder veelvuldige gevaren, door beradenheid, lust en verregaande stoutheid langs de vijandelijke steden den Rijn af te voeren en behouden in deze gewesten binnen te brengen; voor welke buitengewone daad hij en zijne vier medgezellen door den stadhouder Frederik Hendrik met den veroverden buit beschonken, en hij, als aanlegger en uitvoerder der onderneming, bovendien tot scheepskapitein bij de admiraliteit van Amsterdam verheven werd. Later hielp deze moedige krijgsman Schenkenschans veroveren, en stierf in hoogen ouderdom. Een groote en hoogst belangrijke zilveren beker, waarop Schey en zijne medgezellen dezen gevaarlijken togt hebben doen graveren, berust in het koninklijk kabinet van zeldzaamheden op het Mauritshuis te 's Hage. Uit zijn huwelijk met Nella Harwarde zijn 22 kinderen gesproten.
Zie Vervolg op Reyd, Hist. der Ned. Oorlogen, bl. 123; Commelijn, Leven van Frederih Hendrik, D. I. bl. 17 en verv.; de Lange, Batavisch Romein, bl. 186; R.P. van de Kasteele, Handl. tot bezigtiging van het kon. kab., bl. 121-123; J.C. de Jonge, Gesch. v.h. Neerl. zeew., D. IV. a. bl. 310, 311. |
|