[Boudewein Ronssaeus of van Ronss]
RONSSAEUS OF VAN RONSS (Boudewein), beroemd geneesheer uit de 16 eeuw, te Gend geboren, studeerde te Leuven onder Jeremias Treverius, en ging van daar naar Duitschland, waar hij hofprediker werd van Henderik van Danneberg, zoon van Ernst van Saksen. Later kwam hij in Vlaanderen terug, practiseerde te Veurne en werd van daar tot stads geneesheer te Gouda beroepen. Behalve in de geneeskunde was Ronssaeus bedreven in de latijnsche en grieksche taal, en beoefende de de poëzy.
Men heeft van hem:
De hominis prmordüs historicisque affectibus et infantibilibus aliquot morbis, centones, Lovan. 1559 12o. Lugd Bat. 1594 12o.
Tricassi Cerasariensis Mantuani Enarratio principiorum, Etyremantiae: Ejusdem opús chyromanticm: item chyromantia incerti Auctoris operâ Bald. Ronssaeus in Chiroman tiam brevis Isagoge. Norimb. 1560 4o.
De magnis Hippocratis lienibus Pliniique Stomacace, ac sceletyrbe, libellùs. Antv. 1564 12o. Ook in Daniel. Sennerti de scorbuto tractatus: cai accesserunt ejusdem argumenli Tractatus et Epistolae Balduini Ronssaei, Johannis Echtii, Johannis Wieraeii, Johannis Langii Salomonis Alberti, Matthaei Martini. Witteb. 1624 8o.
Venatio medica, continens remedia ad omnes a capite ad calcem usque morbos. 1576 Lugd. Bat. 1589 8o.
Miscellanea seu Epistolae medicinales. Lugd. Bat. 1590 12o.
Aurelii Cornelii Celsi de re Medica libri VIII. cum commentariis Hieremiae Thriveri Brachelii in primum ejusdem, in reliquos viri Balduini Ronssaei Enarrationibus. Lugd. Bat. 1592 4o.
Opuscula medica. L. B 1618. 12o. 1654. 12o. Otto Heurnius gaf dit werk uit en droeg het aan Janus Rutgersius op.
Sweertius kent aan Ronssaecus nog een Tract. de generatione voetûs in utero en een ander de caceriâ toe,
Zie Paschalis Gallus, Bibl. Med. p. 42; A. Haller, Bibl. Anat T. I. L. IV p. 209; Saxe, Onom. T. III p. 643; Hoeufft, Parn. Lat. Belg. p. 73; Sanderus de Gandav. p. 25; Sweertii Ath. Belg. p. 153; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 110; Foppens Bibl. Belg. Merklini, Linden. renov. p. 108, 109; Paquot, Mém. T. I p. 248; Ali-Cohen, Oude en Middelgesch. der Geneesk. bl. 445, 449; Ludeking, Levensb. en Lettervruchten bl. 176; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Bange, Gesch. der Geneesk. bl. 69.