Hij was een zeer geacht geneesheer, zeer ervaren in de natuurlijke historie, de voornaamste kruidkundige van zijn tijd en de beroemde uitgever van J. Jonston's werk Theatrum Animalium (H. Ruyschii Theatrum universale omnium animalium, piscium, quadrupedum, exsanguinum aquaticorum, insectorum et anguinum. Amst. 1718, II vol, fol. cum fig.)
Aan dezen zoon had Ruysch een trouwe hulp bij zijne ontleedkundigen werkzaamheden.
Zie Schreiber, Vita 3, 4; F. Ruysch, Ep. III, 27. XIII. 12 31; Banga, D. II bl. 319, 540-541