[Salomon Rustingh]
RUSTINGH (Salomon), zoon van Abraham Rustingh, (in 1688 in den ouderdom van 78 jaren overleden) werd omstreeks de helft der 17e eeuw geboren, noemde zich med. doctor en oefende de geneeskunst uit te Zuid-Schermer.
‘Tot Schermer dan, daar woont een vent,
Van doctor door de kwynerijen,
Een pokhuur overal bekend,
Zijn naam is Doctor Rustingh.
Als geneeskundige heeft hij onderscheidene werkjes geschreven, als:
Geneeskunst, Amst., 1700, 8o.
Nieuw gebouw der Heel- en Geneeskunst, gegrondvest op reeden en ervarendheit met bijvoeging van vele ondervonden ulpmiddelen. Amst., 1700, 1709, 8o.
Nieuwe Veld-chirurgie en aanmerkingen op de werken van Blankaart en Daalman. Leiden, 1706, 1709, 1732, 8o.
Rustingh beoefende ook de Nederduitsche poëzy. Zijne werken werden door Abcoude en Arrenberg opgenoemd.
Duvelsleven onder de Duvelen, ofte Duvels Dispuyt om 't opperduvelschap. Amst, 1694.
De gehoornde Duivel met bokspoten, gevende instructie voor eenige Konstenaren en anderen, om bij 't gemeen in agting te komen, gevolgt door Raadt - om - aan de lust te raken; daarbij de hel bankrot, - met een poëet. Verh. van eenige karren vol poëten. Amst., 1704, kl. 8o.
Het Schouwtooneel des doods; waarop na 't leven vertoont wordt de Dood op den Throon des Aard-bodems: heerschende over alle staeten en volkeren, verciert met dartig zinnebee den 2e dr., Hoorn, 1726. 8o.
Klaagliederen van Ovidius. Amst, 1701, 8o.
Kortwijlige tijdverdrijven der Salet-jufferen, bestaande in hon derd goede gelukzeggingen. Amst, 1737, 8o.
Wonderlijke levensgevallen. 8o.
Doodendans. Amst., 1740, 8o.
Vele dezer Gedichten zijn ook opgenomen in zijne Volgeestige Werken in 1712 te Amsterdam voor de vierdemaal herdrukt. 2dn. 8o.
In het vak der taalkunde schreef hij: Barbarologia, zijnde