Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
en hollebolge geest, een schimper en schieter op allerley gesintheden; met naemen op het mengelmoes van al de verdeelde Doopsgezinden en de Gereformeerden die de Remonstranten veroordeelden.’ Hij liep daardoor zoo in 't oog, dat gecommitteerde Raden noodig vonden in Aug. 1619 den Schout van Hoorn te schrijven ‘ondersoeck te doen op syn persoon, aengaende syne proposten tot nadeele van de Religie en de regeering, en, deselve bevindende, te straffen naer rechten en de plakkaten.’ Hij was toen ‘Geauthoriseerd en geadmitteerd schoolmeester van de kunste der zeevaart tot Hoorn’ vroeger woonde hij te Amsterdam ‘buiten de Haarlemmerpoort, achter de brouwerij van de Klaver, in de Leidstar te Amsterdam.’ Hij schreef toen ‘een verklaringboekje der feesten Israels’ opgedragen aan de Gemeente van ‘Christus’ Hij eindigde die opdragt met deze woorden: ‘geschreven door uwen dienst-schuldigen Robbert Robbertz, die zoo het God belieft, wel gaarne uw en aller creaturen voet-feil wil wezen.’ Dit boekske werd in 1693 te Franeker in 8o. herdrukt met dezen titel: Korte Inleidinge der feesten Israëls, zynde regte tydkaarten waarin men zien mag hoeveel groote jaren de wereld gestaan heeft en nog staan zal. De uitgever Jacob Horrius droeg het op aan ‘een hoogberoemden Godgeleerde, omdat hij van sommigen verstaan hadde, dat Zijn Ed. een groot liefhebber was van de rekeningen der tijden, en haar onderscheid.’ Uit dat werk blijkt, dat hij ook de poëzy beoefende, waarvan bij Rabus (Boekzaal van Europa, 1693 bl. 654, 541, en bij van der Aa, N.B.A.C.W. proeven voorkomen. Hij behoorde eerst tot de Doopsgezinden, later tot de Remonstranten. Behalve de gemelde werken heeft hij nog geschreven: Onder verbeteringhe. De slincker vluegel van Rob Robbertsz. In 't jaar 1596 8. Onder verbeteringh. De rechter vluegel van Rob Robbertsz. Gedr. in 't jaar 1596 8. (Beide tegen Pieter Willemsz. Bogaerts Monster). Onder verbeteringhe. Een tuchtroede ghemaekt tot liefde van Jacob Jansz. Kist, omdat hij die waerheyt in zijn ghedruckten brief aen L.G. hefet ghemist (1527) 8. Onder verbetering. Een Epistel van Robbert Robbertsz. aen de ghemeynte Godts in Hollandt, Zeelandt, Vrieslandt, Vlaenderen Brabandt ende veel meer andere Provintien, dien hij waerschout voor de valsche propheten, als voor den Jesuyt Costerus ende zyns gelycken. Een 0 in 't cijfer. Ghedr. in 't jaer d.H. 1605 8. De noortsche rommelpot. Ludeken enz. (1608.) Onder Verbeteringh. Een Meypraetjen over 't gheschil der professoren tot Leijden. Een 0 in 't cyfer. | |
[pagina 376]
| |
Een dronckaert droncken zynde van den stercken dranck des Heeren. Meynt dat wij beter wyn-glasen konnen lichten en verkeeren, Dan van de hooghe poincten der religie te verclaren. Hij soeckt om voor ons weeskens als quist-goeden te blameeren. 't Welck ons veroorsaeckt heeft, ons een weynich te verweeren. En ons verstant nu bet. dan voorheen te openbaren. Ghedr. 1610. vermeerd. druk 1610. Aan het einde. Nieuwejaars claach-liedt over de doodt van J. Arminius enz. Rommelcaerte ofte wat oudts ende wat nieuws, al voor een gheldt. Gedicht, in plano. Onder verbetering. 't Verscheyden antwoordt uyt vele steden in Hollant, op de vraghe van numeratio, het eerste A.B.C. der talkunst. Uytghegheven door Robb Robbertsz. le Canu. Met een corte verantwoordinghe teghen de leughenen van Thomas Leamer Engelsman. Tot Hoorn, ghedr. bij W. Andriesz. (1612). Onder verbeteringh. Sommighe buerpraetgens van de resolutie der Stat. v. Holl. ende Magistr. der stadt Hoorn, allen dienende tot opbouwinghe van de ware Gheref. Kercke ende tot rust ende vreede van de vrye Vereen. Nederlanden. 't samen gheset door Robb Robbertsz. le Canu. tot Hoorn. 1614. Zie Brandt, Hist. der Ref. D. III, bl. 830, 831; W. Meerman, Comoedia vetus, bl. 45; Rogge, Bibl. der Rem. Geschrift. bl. 273, 274; Nav. D. III, bl. 228; IV, bl. 201; V, Bijbl. bl. 14, 33, |
|