[Joannes Rhala]
RHALA (Joannes), zoon van den vorige, studeerde van 1646-1651 te Franeker, werd even als zijn vader j.u. dr. te Bazel (1653.) In Friesland teruggekeerd, zette hij zich als advokaat neder (1654), werd in 1667 raadsheer van het Hof van Friesland, in 1673 curator der Hoogeschool te Franeker en overleed den 16 Junij 1686. Hij huwde 1 Jetje van Andringa, 2 Gratia van Dorsten en liet 2 dochters na.
Zie Vriemoet, Ath. Fris p. LXXV, 196, 197; Huberi, Ausp. Fris. dom. p. 221; Opera minora T. I, p. 167; Dedic. Disp. XX.