telijken godsdienst. In 1652 liet hij de Moorsche en Chineesche tempels afbreken en maande de predikanten tot bekeering dier natiën aan. Het was in dit jaar dat de Bantammers zich in groote menigte voor Batavia vertoonden. Vervolgens maakte hij met den koning van Ternate een verbond, om alle kruidnagelboomen in zijn rijk uit te roeijen. Hij overleed, na eene korte regering van bijna derde-halfjaar, den 18 Mei 1653, in den ouderdom van ruim 50 jaren, en werd in de Hollandsche kruiskerk begraven. Hij huwde Françoise de Witt, dochter van Jacob de Witt, gouverneur van Coromandel. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren, Reinier Karelsz. Zijn wapen is van lazuur, beladen met zeven losanges van goud, geplaatst 3, 5 en 1, met een chef van zilver.
Zie du Bois, Vies des Gouv.-Généraux, p. 134 suiv. (m. portr.) Balen, Beschrijving van Dordr., bl. 1334; Nav. D. IX, bl. 333; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr.